Wie is zelfstandige?

Het sociaal statuut van de zelfstandigen is het socialezekerheidsstelsel van de zelfstandigen, de helpers en de meewerkende echtgenoten.

Wat betekent dat juist: zelfstandige?

Een zelfstandige is een natuurlijk persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent zonder hiervoor verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst of een ambtenarenstatuut

De beroepsactiviteit moet voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • Je oefent de activiteit uit op regelmatige basis
    Voor een afzonderlijke en geïsoleerde activiteit (een zogenaamde occasionele activiteit) word je dus niet aanzien als zelfstandige.
  • Je hebt een winstoogmerk.
    De bedoeling om winst te maken is voldoende. Het maakt daarbij niet uit of er al dan niet werkelijk inkomsten zijn.

Is er sprake van een arbeidsovereenkomst, dan ben je een werknemer. Dit is het geval wanneer je op basis van een overeenkomst tegen een loon en onder het gezag van een werkgever arbeid verricht. Je kan dan voor die activiteit niet aansluiten als zelfstandige. Hetzelfde geldt wanneer je een beroepsactiviteit als ambtenaar uitoefent.

Het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen

Het is belangrijk om de arbeidsrelatie juist te kwalificeren als werknemer of zelfstandige. Werknemers moeten immers een arbeidsovereenkomst afsluiten met hun werkgever en vallen onder het socialezekerheidsstelsel van de werknemers (RSZ). Zelfstandigen vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen en moeten zich aansluiten bij een socialeverzekeringsfonds.

Werknemers en zelfstandigen verrichten allebei arbeid tegen een verloning. Maar een werknemer werkt onder het gezag van een werkgever, terwijl een zelfstandige niet onder het gezag van een andere persoon werkt.

Om te bepalen of iemand actief is als werknemer of zelfstandige, moet dus nagegaan worden of er een gezagsverhouding aanwezig is.

Wanneer twee partijen wensen samen te werken, bepalen ze vrij of de ene partij al dan niet onder het gezag van de andere partij zal werken. In functie van die keuze kwalificeren zij hun arbeidsrelatie (werknemer of zelfstandige). Zij moeten hun arbeidsrelatie dan concreet uitoefenen volgens die gekozen kwalificatie. Dat wil zeggen dat wie ervoor kiest om als werknemer te werken, wel degelijk onder het gezag van een werkgever moet werken. Wie ervoor kiest om als zelfstandige te werken, mag niet onder het gezag van iemand anders werken.

Of er al dan niet gezag aanwezig is, wordt beoordeeld aan de hand van 4 algemene criteria:

  • de wil van de partijen in de arbeidsrelatie;
  • de vrijheid om de werktijd te organiseren;
  • de vrijheid om het werk te organiseren;
  • de mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te oefenen.

Elk van die criteria heeft apart genomen geen doorslaggevende waarde. De relevantie van elk element en de waarde die eraan toegekend wordt, wordt beoordeeld in functie van de concrete arbeidsrelatie. Wanneer uit de concrete uitoefening van de arbeidsrelatie blijkt dat er voldoende elementen aanwezig zijn die onverenigbaar zijn met de gekozen kwalificatie van werknemer of zelfstandige, dan wordt de arbeidsrelatie geherkwalificeerd. 

In een aantal sectoren geldt er een vermoeden van werknemer of zelfstandige, als een aantal specifieke criteria is vervuld. De kwalificatie op basis van dat vermoeden (werknemer of zelfstandige) kan eventueel nog worden gewijzigd door een beoordeling aan de hand van de 4 algemene criteria. 

Er geldt een vermoeden in de volgende sectoren, elk met hun eigen specifieke criteria:

  • bouw
  • bewaking
  • vervoer van goederen en/of mensen
  • schoonmaak
  • land- en tuinbouw
  • digitaal platformwerk

Twijfel je of je zelfstandige of werknemer bent? Dan kan je jouw situatie onder bepaalde voorwaarden laten onderzoeken door de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie (de Commissie Arbeidsrelaties).

Meer informatie

Vermoeden voor vennootschapsmandatarissen

Oefen je een mandaat uit in een vennootschap (bestuurder, zaakvoerder, …)? Dan geldt een vermoeden dat je zelfstandige bent. 

Je kan dit vermoeden weerleggen door aan te tonen dat je mandaat zowel in rechte als in feite kosteloos is:

  • Je mandaat is kosteloos in rechte wanneer de statuten of een beslissing van het bevoegde bestuursorgaan bepalen dat het mandaat niet wordt vergoed. 
  • Je mandaat is kosteloos in feite wanneer je geen enkele bezoldiging ontvangt, ook geen voordelen in natura. De vennootschap mag ook geen premies storten voor de opbouw van je aanvullend pensioen.

Je kan de kosteloosheid van het mandaat met maximaal 12 maanden terugwerkende kracht bewijzen:

  • ofwel voorafgaand aan de maand waarin de statutaire bepaling of beslissing van het bestuursorgaan is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad;
  • ofwel voorafgaand aan de maand waarin je de statutaire bepaling of beslissing van het bestuursorgaan meedeelt aan je socialeverzekeringsfonds of, als je niet aangesloten bent als zelfstandige, aan het RSVZ. 

Heb je de wettelijke pensioenleeftijd bereikt of krijg je een vervroegd pensioen? Dan volstaat het bewijs van de kosteloosheid in feite.

Als je het vermoeden weerlegt en daarnaast geen enkele andere zelfstandige activiteit (bijvoorbeeld als werkende vennoot) uitoefent, moet je je niet aansluiten bij een socialeverzekeringsfonds. 

Uitzonderingen

In bepaalde situaties moet je je niet aansluiten als zelfstandige. Je betaalt dan geen sociale bijdragen en je opent geen rechten binnen het sociaal statuut van de zelfstandigen.

Wie moet niet aansluiten bij een socialeverzekeringsfonds?